Opeens heeft iedereen het erover: padel. Je hoort het op terrasjes, op kantoor, in de groepsapp. Maar wat ís het nou precies – en moet jij er ook aan geloven? Spoiler alert: ja! Padel is fun, sociaal, verslavend én verrassend toegankelijk. Of je nu sportief bent of niet, hier is jouw no-nonsense beginnersguide om straks zelf de baan op te stappen (en indruk te maken met je eerste forehand smash).
Padel voor beginners: de ultieme guide >
1. Oké, maar wat is padel?
Padel is een mix van tennis en squash, gespeeld op een kleinere baan omringd door glazen wanden (waar je dus gewoon tegenaan mag slaan – hoe cool is dat?). Je speelt het meestal twee tegen twee, waardoor het super sociaal is en je lekker veel actie krijgt. Geen ingewikkelde regels, geen ellenlange rally’s. Gewoon lekker spelen en vooral veel lachen.
2. Waarom iedereen ineens padelt (en jij straks ook)
Padel is letterlijk voor iedereen. Twintigers, dertigers, ouders, vriendengroepen, collega’s – als je kunt rennen en een racket kunt vasthouden, ben je klaar om te gaan.
- Je hoeft geen toptennisser te zijn om het leuk te vinden
- Het is een full-body workout zonder dat je het doorhebt
- Het sociale aspect is alles: lachen, zweten en daarna met z’n allen aan de bitterballen
- Je leert het snel – en je voelt je al na één potje een pro
3. Wat heb je nodig?
Niet veel! Voor je eerste keer kun je bijna overal een racket huren. Verder:
- Padelracket (korter en dikker dan een tennisracket – geen snaren!)
- Padelballen (iets minder stuiterig dan tennisballen)
- Goede schoenen (bij voorkeur met grip, voor indoor of outdoor)
- Sportkleding waarin je lekker beweegt
- Optioneel: je coolste sportlook, want padel is ook een beetje een lifestyle 😉
4. De basics (zonder dat je moet blokken op regels)
Het fijne aan padel is dat de regels verrassend simpel zijn. Je serveert altijd onderhands – veel relaxter dan bij tennis – en de bal mag na de stuit gewoon tegen de muur kaatsen, wat het spel dynamisch en speels maakt. De puntentelling lijkt op die van tennis (15-30-40-game), maar vaak speel je gewoon een potje op tijd. Let wel op: een bal mag maar één keer stuiteren en mag niet uit de kooi vliegen. En misschien wel het allerbelangrijkste: blijf praten met je partner. Goede communicatie voorkomt botsingen, frustraties én zorgt voor veel meer lol op de baan.
5. Beginnersfouten (die jij dus niet hoeft te maken)
Als beginner trap je al snel in een paar klassieke padelvalkuilen – maar geen zorgen, jij hoeft die fouten niet meer te maken. De grootste misser? Te hard slaan. Kracht is echt niet alles; het gaat juist om slim plaatsen. Ook zie je vaak dat mensen te ver naar voren staan, waardoor ze makkelijk worden uitgespeeld met een bal over hun hoofd. Probeer daarnaast niet alles zelf op te lossen – padel speel je samen, dus vertrouw op je partner. En last but not least: dit is géén tennis. Als je denkt dat je je oude tennisskills zomaar kunt copy-pasten, kom je bedrogen uit. Padel vraagt om een andere mindset – en dat is juist wat het zo leuk maakt.
6. Waar padel je?
Tegenwoordig vind je padelbanen door heel Nederland – van hippe indoorclubs in Amsterdam en Rotterdam tot gezellige buitenbanen in kleinere steden. Check apps zoals Playtomic of meet&play voor locaties en reserveringen.
7. Extra fun-tips!
- Boek een clinic of proefles
- Kijk padel op YouTube (er is een wereld te ontdekken)
- Speel met verschillende mensen: je leert zóveel
- Maak er een social event van – sport én borrel